Visplassen Sassenhein

Ten zuidwesten van Haren (Groningen) ligt aan de Lutsborgsweg 51-53 een prachtig natuurgebied ca. 25 ha. en een waar sportvisserijparadijs “Visplassen Sassenhein”. “Visplassen Sassenhein” bestaat uit de Noordplas ca. 8 ha. viswater en de Zuidplas ca. 11 ha. Viswater. De Noordplas kent diepten van gemiddeld 50 to 210 cm en de Zuidplas van gemiddeld 50 tot 1700cm. Eind 1800 is de Noordplas ontstaan door turfwinning.

De heer Hein Aalderink en zijn echtgenote Saskia hebben in 1909 dit gebied aangekocht. Beide waren hengelaars en om vrienden en relaties op een verantwoorde wijze te kunnen laten vissen werd de Hengelclub Groningen opgericht. De waterkwaliteit en het voedselaanbod waren uitstekend en dat is het nu nog. Door een verantwoord uitzetbeleid ontstond een uitstekend viswater, waarin vooral karper zich goed thuis voelt. In 1970 moest een deel van de toenmalige Noordplas afgestaan worden voor de aanleg van de Rijksweg A28. In ruil voor het afgestane stuk Noordplas verkreeg de HengelaarsClub het ontstane zandgat later genoemd de Zuidplas.

Noordplas
De noordplas is een vrij ondiepe plas (1 – 3 m), van oorsprong een veenpet. De plas heeft een bodem van veen op zand. Op de bodem ligt een laag modder/veenachtig slip die in dikte varieert. Grootte van de plas: ca. 8 ha. Het water is voedselrijk en troebel. Aan de westkant is de plas ondieper dan aan de oostkant door ophoping van veenachtig slip.

Het water van de plas wordt doorkruist door een sloot (geul) van het waterschap, waarin water van de Drentsche Aa wordt aan- en afgevoerd. Op de grens van de plas zijn roosters aangebracht om grote uittocht van vissen naar omliggende poldersloten tegen te gaan. De plas is van het zogenaamde brasem/snoekbaarstype. Er is een geringe zichtdiepte, waterplanten nemen slechts maximaal 10 % van het wateroppervlak in. Op enkele plaatsen groeit gele plomp, voor het paviljoen en in de zuidoosthoek zijn kleine plekken van riet en kleine lisdodde en zoals reeds opgemerkt: vroeger stond ook riet op de plek van de rietkorf. De natuurlijke brasem-snoekbaars visgemeenschap is het minst soortenrijk van alle viswatertypen in Nederland. Kenmerkende vissoorten van de visgemeenschap zijn brasem en snoekbaars, met begeleidende soorten zoals blankvoorn, pos, kolblei, vetje en aal. Het uitzetten van vis (bijvoorbeeld karpers) heeft natuurlijk de hoeveelheid en de samenstelling van vissoorten beinvloed. De in de plas voorkomende brasems en karpers zijn bodemwoelende soorten, aldaar op zoek naar voedsel.

Zuidplas 
De zuidplas is een diepe zandwinplas (<20m) die gebruikt is voor de aanleg van de A28. De bodem is voornamelijk zand en kent stijle taluds. De plas is circa 10.9 ha groot en is oligotroof en helder. In de zomer groeit er wier op verscheidene plaatsen.

De plas wordt gevoed door voornamelijk grond- en regenwater en er bestaat een kleine aan en afvoer die er voor zorgt dat de Zuidplas als buffer van watervoorraden kan worden gebruikt. Het waterpeil staat daarom in de winter hoger dan in de zomer. Het is een zogenaamd Baars-blankvoorn watertype. Tijdens een visserijkundig onderzoek in 2008 zijn soorten zoals baars, aal, blankvoorn, snoek, karper en zeelt gevangen.